-
1 naturalize
v. naturaliseren; inburgeren; acclimatiseren (dier- en plantkunde)naturalize, naturalise[ nætsjrəlajz] 〈zelfstandig naamwoord: naturalization〉♦voorbeelden:2 many English words have been naturalized in/into Dutch • veel Engelse woorden zijn in het Nederlands ingeburgerd geraakt3 rabbits have become naturalized in Australia • konijnen zijn in Australië een inheemse diersoort geworden
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский